Woningverduurzaming

ING publiceerde in oktober 2019 een rapportage waarin de betaalbaarheid en de winstgevendheid van vijf verduurzamingsmaatregelen zijn onderzocht. In het rapport wordt gekeken naar verschillende facetten:

  • Wat kost het als je een woning niet verduurzaamd?
  • Hoe bepaal je of verduurzaming van een woning winstgevend en betaalbaar is?
  • Hoe winstgevend en betaalbaar zijn vijf veelbesproken verduurzamingsmaatregelen?

Wat kost een woning waar geen verduurzamingsmaatregelen zijn doorgevoerd?

Om te bepalen wat het energieverbruik is van een ‘niet verduurzaamde’ woning, kijkt men naar vijf factoren: woningtype, bouwjaar, woonoppervlak, huishoudgrootte en de hoeveelheid elektrische apparatuur.

Aardgasverbruik

Het gemiddelde aardgasverbruik varieert per woningtype; zo ligt het gemiddelde verbruik van een vrijstaande woning al snel tweemaal zo hoog als dat van een appartement. Een zwaarwegende factor is het aantal gedeelde muren. Bij meer gedeelde muren wordt het verbruik teruggedrongen. Het bouwjaar van de woning eist ook zijn tol in het totaalverbruik. Zo verbruiken woningen van voor 1974 tot wel 349 m3 gas meer op jaarbasis. Een derde, logische, factor huist in de grootte van de woning: het woonoppervlak. Naarmate de grootte van het woonoppervlak toeneemt, stijgt ook het verbruik van aardgas.

Stroomverbruik

Het stroomverbruik correleert met het aantal personen per huishouden en het gebruik van elektrisch apparatuur in het huishouden. Het ‘gebruik’ van deze apparaten kan een significante rol spelen voor het totale stroomverbruik.

De rol van de overheid

De overheid stimuleert verduurzaming op vele fronten:

  • Financiële ondersteuning t.b.v. duurzamer energieverbruik;
  • Consumenten worden doelmatig geïnformeerd over woningverduurzaming;
  • De drempels m.b.t. verduurzaming van een woning worden weggenomen;

De overheid tracht huishoudens met name aan te sporen d.m.v. extra belasting te heffen op aardgas en minder op stroom. Dit zou de consument moeten bewegen om alternatieven voor aardgas te overwegen. Daarnaast worden er o.a. subsidies verstrekt voor verduurzamingsmaatregelen, waardoor de netto investeringskosten omlaag zullen gaan. Een derde stimulans komt in de vorm van een Warmtefonds wat leningen tot 25.000 euro zou verstrekken met een langere looptijd en een lagere rente t.o.v. de markt. Dit uiteraard t.b.v. verduurzaming van een woning.

Wat is het rendement/schade als de consument wel/geen actie onderneemt?

Naar verwachting stijgen de energieprijzen voor aardgas en stroom de komende tien jaar. Dit door toedracht van de markt (7%) en de overheid (6%), een totale toename van 13%.

Doordat de kosten voor aardgas gemiddeld sneller oplopen dan die voor stroom, hebben met name de grote oudere (vrijstaande) woningen last van deze situatie. Dit verschil zou zich kunnen vertalen in een situatie waar een bewoner van een appartement van ongeveer 70m2 significant minder betaalt dan een bewoner van een vrijstaand huis van ongeveer 200m2. Concreet zou de bewoner van het appartement in 2030 gemiddeld 170 euro meer betalen. De bewoner van de vrijstaande woning zou daarentegen tot wel 473 euro meer moeten gaan betalen.

Wil je graag het hele rapport van ING lezen? Klik dan hier.